さよなら

popularinterjectionnounnoun (generic)noun or participle taking the aux. verb するintransitive verbnoun or verb acting prenominallyadjective (generic)

Reading

interjection
goodbye, so long, farewell
nounnoun or participle taking the aux. verb するintransitive verb
saying goodbye to (e.g. life as a bachelor), putting an end to, parting with
noun or verb acting prenominally
farewell (performance, party, etc.), final, last, game-winning (e.g. hit)

afscheid nemen, vaarwelzeggen, goedendagzeggen, adieu zeggen, gedag zeggen
{fig.} vaarwelzeggen, {fig.} afscheid nemen van, een eind maken aan, {fig.} een punt zetten achter
afscheid, afscheidsgroet, vaarwel, adieu, cheerio
{honkb.} beslissende punten bij de laatste slagbeurt, beslissing van het spel
tot ziens, tot weerziens, dag, dáág, goeiendag, goedendag, gedag, tot kijk, adieuvaarwel, adios, tabee, doei, doeg, adie, hadie, adé, de groetjes, de groeten, de mazzel, hou je taai, {inform.} aju (paraplu), ajuus, {kindert.} dada, {kindert.} tata, dat was het dan, {in brief} liefs

JMDict ID: 2154810

Appears in the "Ichimango goi bunruishuu", Senmon Kyouiku Publishing, Tokyo, 1998.