Reading
期 する 期 する
Meaning
- {時期, 期限を} vastleggen, bepalen, prikken
- {必勝を} zich vast voornemen, daadwerkelijk plannen, z'n zinnen zetten op
- {生還を} verwachten, hopen op, uitkijken naar, tegemoet zien, afwachten, rekenen op, voorzien, anticiperen, zich voorbereiden op
- {再会を} beloven, afspreken
- {必勝を} zich vast voornemen, daadwerkelijk plannen, z'n zinnen zetten op
- {生還を} verwachten, hopen op, uitkijken naar, tegemoet zien, afwachten, rekenen op, voorzien, anticiperen, zich voorbereiden op
- {再会を} beloven, afspreken
- erwarten, entgegensehen
- rechnen mit, zählen auf
- hoffen, erhoffen, Hoffnungen hegen
- glauben
- fürchten, ahnen, vorhersehen, kommen sehen
- sich entschließen, vorbereitet sein, ins Auge fassen
- bestimmen, festsetzen, sich entschließen, bestimmen, festsetzen
- elvár, hisz, számít vmire, valószínűnek tart, alig vár vmit, előre örül vminek
- 1) ожидать (чего-л.), [твёрдо] надеяться, рассчитывать (на что-л.); быть уверенным (в )(чём-л.), быть готовым (к чему-л.), 2) устанавливать, назначать (срок, дату)
- proponerse, pactar, comprometerse, limitar
How to write
Not available for this kanji.