Reading
Meaning
- nounbonze, monk
- nounmonk's dwelling
- nounboy, son, sonny
- nounI, meused by male children
- familiar languagesuffixlittleafter name; familiar form of address
- suffixperson who is ...often preceded by ん
- {boeddh.} kloostercel, cel, kluis
- gastenverblijf, hospitium
- jongetje, mannetje, ventje, joch, jonkske
- {Nara, Heian-gesch.} stadskwartier, kwartier, stadswijk, wijk
- kroonprinselijk paleis, {meton.} kroonprins
- {♂} deze jongen, ik
- {liefkozend suffix gevoegd achter persoonsnamen} -je, -ke
- {achtervoegsel waarmee een persoonsnaam gevormd wordt van de in het grondwoord genoemde eigenschap} -aard, -ling
- {boeddh.} {suffix gevoegd achter de geestelijke naam van monniken, priesters}, (a) wijk, buurt, straten, (b) verblijf, kamer, kloostercel, (c) {boeddh.} geestelijke
- {boeddh.} bonze, geestelijke
- jongen, kereltje, jongetje, mannetje, jochie, baasje, ventje, knaap, broekie, piepeltje, joch, jonkske, kid
- Wohnung eines Priesters
- Priester, Bonze
- Junge, Knabe, Bub
- buddhistischer Priester, Mönch
- Junge, Knabe, Bub
How to write
Not available for this kanji.